Huidverzorgingscoach Jana Brusselmans van schoonheidsinstituut Sereno uit Dilbeek verwerkt persoonlijke gegevens van klanten. Om conform de regelgeving te zijn, werkten we voor haar een privacy policy uit, zodat ze zorgeloos huidadvies kan geven. Elke ondernemer verwerkt persoonsgegevens, anders kan je geen facturen opmaken. En dan zijn er nog klantenkaarten, wedstrijden, bestellingen, leveringsnota’s, enz. Werk jij al conform? 

Werd jouw privacy policy nog niet uitgewerkt?

Geen probleem, je hoeft dit zeker niet alleen te doen. Onze juridisch medewerkster Fien kan je hierin bijstaan. En nadien kan je ermee uitpakken, zodat je klanten ook weten dat hun gegevens bij jou in goeie handen zijn.

Veel ondernemers trekken er gedurende de zomerperiode op uit met de bedrijfswagen voor de jaarlijkse vakantie. Vaak betreft het een Zuid-Europese bestemming die wat kilometers over Franse wegen met zich mee brengt en dus ook de bijna onvermijdelijk tolkosten of péage. Maar kan een firmawagen zomaar worden gebruikt voor een buitenlandse reis met het hele gezin? En zijn deze reiskosten aftrekbare beroepskosten voor de vennootschap? Denkt u daarbij bijvoorbeeld aan tanken in het buitenland en de kosten van péage of andere tolgelden.

Het antwoord op bovenstaande vragen is wel degelijk ja:

Misschien lijkt het inbrengen van deze beroepskosten in de vennootschap een relatief klein extraatje te zijn, maar vergeet daarbij niet dat het voordeel dubbel is. De zaakvoerder mag deze brandstof- en tolkosten namelijk rechtstreeks met de rekening van de vennootschap betalen. Zo niet, had hij deze kosten moeten betalen met zijn uitgekeerde bezoldiging. Meer nettoloon blijft dus privé ter beschikking van de zaakvoerder!

Om de lokale economie te ondersteunen in tijden van corona, lanceerde de overheid fiscaal vriendelijke consumptiecheques. Deze cheques kan je besteden in de horeca, culturele handelszaken, sportverenigingen en kleine handelszaken die minstens 1 maand lang hun deuren moesten sluiten.

De cheques zijn vrij van belastingen, vrij van RSZ én aftrekbaar als beroepskost in je vennootschap. Je kan ze nog tot en met 31 december 2020 uitreiken en ze blijven geldig tot eind 2021. Aanvankelijk was de geldigheidsdatum 7 juni 2021, maar die periode is verlengd. 

Voorwaarden voor de uitgifte van de consumptiecheque

Er zijn een aantal voorwaarden verbonden aan de uitgifte en de geldigheid van de consumptiecheque:

Conclusie

Heb je één of meerdere werknemers in dienst? Dan is het zeker interessant om hen deze vrijgestelde consumptiecheques aan te bieden als extra. Het voordeel is jammer genoeg niet toe te kennen aan bedrijfsleiders.

Heb je een vennootschap, een vzw of zelfs een gewone maatschap, dan ben je vanaf volgend jaar verplicht de gegevens in het UBO-register jaarlijks te bevestigen. Maar ook elke wijziging moet je meteen doorgeven.

Wat is het UBO-register eigenlijk?

UBO staat voor “Ultimate Beneficial Owners” en is een register dat de namen van de fysieke personen achter vennootschappen, de uiteindelijke begunstigden, bevat. FOD Financiën staat in voor het beheer van het register, dat werd opgericht in de strijd tegen witwassen en terrorisme.

Sinds 2019 moet elke verandering van een begunstigde binnen de maand in het UBO-register zijn ingeschreven. Het gaat om de identiteit van de natuurlijke personen-aandeelhouders die direct of indirect minimum 25% van de aandelen of stemrechten hebben. Is dat niet mogelijk, moeten de bestuurders of zaakvoerders zelf vermeld staan. Gegevens aanpassen of bevestigen kan via het online platform MyMinfin.

Bevestig jaarlijks de gegevens in het register

Niet alleen moet je elke wijziging binnen de maand doorgeven. Ook moet je voortaan elk jaar expliciet bevestigen dat er met betrekking tot de begunstigden niks is veranderd. Dat kan door je in te loggen, op de bevestigingsknop te klikken en opnieuw uit te loggen.

De termijn van 12 maanden begint te lopen vanaf de initiële registratie of de laatste wijziging. De overheid heeft de eerste bevestiging automatisch gedaan op 30/04/2020. De eerstvolgende moet je dus zelf doen vóór 30 april 2021. Opgelet, vindt er een wijziging plaats vóór die datum, dan heb je 1 maand de tijd om die wijziging te registreren. Dan begint er een nieuwe termijn van 12 maanden. Stel dus dat er een wijziging plaatsvindt op 25 november 2020, dan heb je tot 25 december 2020 om de wijziging te registreren. De eerstvolgende bevestiging moet dan gebeuren voor 25 december 2021.

Een knoop in je zakdoek leggen hoeft niet

Binnen het online platform is er een “alert” mogelijkheid voorzien om je op de hoogte te stellen van het verstrijken van de termijn van 1 jaar. Een maand voor die datum zal je dan via de eBox een herinnering ontvangen. Maar daarvoor moet je e-mailadres wel binnen het MyMinfin-dossier gekend zijn.

Overweeg je een eerste werknemer aan te werven, dan doe je dat best voor het einde van dit jaar. Vanaf 1 januari 2021 verloopt de RSZ-vrijstelling en betaal je 25% meer voor diezelfde werknemer. Op het loon van je personeel ben je RSZ-bijdragen verschuldigd, maar voor de eerste 6 werknemers kan je als werkgever “korting” krijgen.

Aanwerving van de eerste werknemer

De grootste korting krijg je op de aanwerving van de eerste werknemer: sinds 2016 ben je volledig vrijgesteld van RSZ-werkgeversbijdragen. Deze vermindering loopt onbeperkt verder in de tijd. Zelfs al is de werknemer in kwestie niet meer in dienst, dan gaat de vrijstelling over op een volgende werknemer.

Aanwerving van de 2de tot 6de werknemer

Ook voor de 2de tot 6de werknemer krijg je een “cadeautje” van de RSZ, weliswaar beperkt in de tijd. Voor de tweede aanwerving krijg je gedurende 13 kwartalen een RSZ-korting van in totaal € 13.750.

Nog in 2020?

Ja! Het huidige koninklijk besluit voorziet enkel een RSZ-vermindering voor een eerste aanwerving tussen 2016 en 2020. Eerste aanwervingen in 2021 komen niet meer in aanmerking voor bovenstaande doelgroepvermindering.  De doelgroepverminderingen van de 2de tot de 6de werknemer blijven verder lopen in 2021.

Conclusie

Heb je plannen om op korte termijn een eerste werknemer in dienst te nemen, dan doe je dat best nog in 2020. Want dan zal je ook na de jaarwissel van de RSZ-vrijstelling blijven genieten. Dat komt in de meeste gevallen neer op een besparing van 25% op de loonkost van de werknemer.

De Nationale Veiligheidsraad verplichtte je van de ene op de andere dag om van thuisuit te werken. Voor jezelf was de stap wellicht wat kleiner, want als zaakvoerder ben je dat gewoon. Maar voor je personeel, en ook voor jou als werkgever, was het toch al doende leren. Kan je nu ook een (hogere) onkostenvergoeding voor thuiswerk uitbetalen?

De coronacrisis heeft de nodige instanties gepakt op snelheid: een specifieke regelgeving in deze uitzonderlijke omstandigheden bestond er niet. Maar we moeten wel toegeven dat een reactie niet is uitgebleven. Je hebt dus de mogelijkheid om een forfaitair bedrag van € 129,48/maand (€ 126,94 vóór 1 april 2020) toe te kennen voor alle werknemers die moeten thuiswerken. Die is aftrekbaar via de vennootschap en niet belastbaar bij je werknemer of jezelf. Want ook voor jou als zaakvoerder kan je vennootschap zo’n hogere onkostenvergoeding voor thuiswerk toekennen. Deze maatregel geldt zolang de betrokken veiligheidsmaatregelen van kracht blijven.

Let op, deze vergoeding heeft enkel betrekking op de terugbetaling van kosten zoals bureaumateriaal, onderhoud, reiniging, energie, verzekering, enz. Voor het gebruik van een privé-computer of internetverbinding gelden aparte vaste forfaits van elk € 20 per maand. Deze forfaits van samen € 40 per maand kan je wel combineren met de telewerkvergoeding. Wil je als werkgever hier gebruik van maken, dan moet je een ontwerpaanvraag indienen voor jouw specifieke situatie. Ook de fiscus werkt van thuisuit, maar garandeert een snelle evaluatie. Vanuit Ondernemingscoach kunnen wij voor jou deze ruling aanvragen. Geef ons gewoon een seintje.

Nog een weetje om af te ronden: sinds 1 april 2020 bedraagt de belastingvrije dagvergoeding € 17,41 in plaats van € 17,06. Voor de periode dat je “in je kot” zat, is deze dagvergoeding niet te verantwoorden. Maar na de coronacrisis kan je deze gerust aanwenden. Voorwaarde: je bent minstens 6 uur per dag op de baan én de kleine onkosten (bv. drank, broodje,…) zijn niet in een gewone maandelijkse onkostenvergoeding vervat. Denk je hiervoor in aanmerking te komen, geef ons zeker een seintje.

Jarenlang zijn ondernemers creatief omgesprongen met de interestvoeten van een rekening courant. Ze haalden vooral via een, in hun ogen, “marktconforme” interestvoet geld uit hun vennootschap naar hun privé.

Hierop betaalden ze dan quasi geen belastingen. Nieuwe regels sinds 1 januari 2020 moet ervoor zorgen dat we het spel eerlijker spelen. Maar ook dan blijft de rekening courant fiscaal gezien zeer interessant.

Wat is een rekening courant?

Een rekening courant geeft weer welke onderlinge schulden of tegoeden er zijn tussen aandeelhouders/vennoten en een vennootschap. Anders gezegd, moet de vennootschap jou nog geld, dan is er sprake van een rekening courant passief. Denk maar aan geld dat je aan je vennootschap hebt geleend, een onroerend goed of auto die je aan de vennootschap hebt verkocht, een niet-opname van een dividend, het niet-uitbetalen van een loon, enz. Zo’n vordering kan interessant zijn, want in ruil krijg je een vergoeding.

Moet je geld aan je vennootschap, dan spreken we over een rekening courant actief. Klassieke voorbeelden van zo’n schuld aan je vennootschap zijn leningen of kosten die de vennootschap betaalt, maar die je als bedrijfsleider zelf had moeten dragen. Een rekening courant actief moet je altijd vermijden: je betaalt interesten en mogelijk zelfs sociale zekerheidsbijdragen en personenbelasting wanneer er sprake is van een voordeel alle aard. Hierdoor is er een groot gevaar dat je de ene lening met de andere gaat “neutraliseren”, maar kom je snel in een vicieuze cirkel terecht. Mijden is de enige oplossing!

Wanneer is het dan wel interessant?

We leggen het uit aan de hand van een voorbeeld. Stel, je hebt een werkplaats voor € 100.000 verkocht aan je vennootschap en de verkoopsom is nog niet betaald. Dan kan je als bedrijfsleider op het verschuldigde bedrag interesten vragen, je speelt als het ware “bank” voor je bedrijf. We hebben samen de rekenmachine bovengehaald en berekend dat de interest het eerste jaar € 4.000 is.
Voordelen:

Natuurlijk zijn er ook spelregels die je moet respecteren en daar liep het vroeger mis. Ondernemers waren nogal creatief met het bepalen van de marktconforme interestvoet. Hiervoor is er nu een wettelijke referentierentevoet vastgelegd.

Wat is er nieuw?

De niets zeggende “marktconforme” rentevoet maakt plaats voor een jaarlijks, door de Nationale Bank van België, vastgelegde rentevoet (vermeerderd met 2,50%). Deze rentevoet is voor elke vennootschap dezelfde en is voor het inkomstenjaar 2020 gelijk aan 4,06%. Houdt de vennootschap de roerende voorheffing in, dan ontvangt de bedrijfsleider dus een netto-interest van 2,84%. Nog altijd interessanter dan de interest die je krijgt op een spaarboekje. Voor het inkomstenjaar 2019 is deze geplafonneerde interest nog niet geldig. Je hoeft je dus niet te beperken tot 4,06% op voorwaarde dat je het tarief objectief met bankstukken kan verantwoorden.

Een kanttekening… Ben je té creatief met het spelen van het spel, dan kan men een deel van de ontvangen interesten herkwalificeren (als dividend). Bovenstaande voordelen ruimen dan plaats voor extra kosten. Jouw ondernemingscoach kent perfect de technische regeltjes om dit te vermijden. Komt jouw vennootschap in aanmerking? Waarmee moet je rekening houden? En hoe kan jij op deze manier goedkoop geld uit je vennootschap halen? Spreek erover met je ondernemingscoach en plan een afspraak in.

Bestaat er een minimumpensioen voor zelfstandigen?

Een verhoging van het minimumpensioen kan één van de sleutels zijn tot de vorming van een nieuwe federale regering. Maar bestaat er dan ook zoiets als een minimumpensioen voor zelfstandigen? Het antwoord is volmondig “ja”. Maar heeft elke zelfstandige er dan recht op?

3 factoren bepalen vandaag de hoogte van uw pensioen: uw loopbaanjaren, uw beroepsinkomsten en uw gezinssituatie. Eenvoudig uitgelegd: hoe langer uw loopbaan en hoe hoger uw beroepsinkomsten (waarop u sociale bijdragen betaalt), hoe hoger het pensioen. Maar België zou België niet zijn, moest het allemaal net iets complexer zijn.

Factor 1 – de duurtijd van uw loopbaan

In het algemeen geldt deze formule: het totale pensioen = de som van het pensioenbedrag voor alle loopbaanjaren. Tot en met 2018 kwam een volledige loopbaan overeen met 45 jaren of 14.040 dagen. Sinds vorig jaar heeft men die regel uitgebreid en krijgt u een extra pensioen als u langer werkt. Op die manier wil men langer werken ook financieel belonen. Was u niet altijd zelfstandige en heeft u ook als werknemer of ambtenaar gewerkt, dan spreekt men over een gemengde loopbaan en ontvangt u voor de periode als niet-zelfstandige een extra pensioen, dat afhangt van uw toenmalige loon.

Factor 2 – de hoogte van uw beroepsinkomsten

Sinds 1984 wordt uw pensioen berekend op basis van uw werkelijke beroepsinkomsten. Voor de periode ervoor krijgt u een forfaitair, meestal lager, bedrag in functie van uw gezinssituatie.

Factor 3 – de gezinssituatie

Als zelfstandige bouwt u door het betalen van de sociale bijdragen rechten op. Op basis hiervan ontvangt u een alleenstaandenpensioen. Maar in specifieke gevallen kan u ook aanspraak maken op een gezinspensioen. De pensioendiensten gaan zelf na of u aan de voorwaarden voor een gezinspensioen voldoet.

Op hoeveel pensioen heb ik recht?

Heeft u er een loopbaan opzitten van 45 jaar, dan heeft u recht op een gewaarborgd minimumpensioen van 1.266,37 euro per maand voor een alleenstaande zelfstandige en 1.582,46 euro per maand als u recht hebt op een gezinspensioen. Om aanspraak te maken op het minimumpensioen, moet u minstens 30 jaar gewerkt hebben. Heeft u minder lang gewerkt, dan wordt het pensioen sowieso berekend op uw beroepsinkomsten. Stel dat u 31 jaar hebt gewerkt, dan ontvangt u een pensioen van 31/45ste van bovenstaand bedrag. Heeft u 45 jaren gewerkt én altijd de maximale pensioenbijdragen betaalt, dan heeft u recht op het maximumpensioen van 1.405,17 euro voor een alleenstaande zelfstandige en 1.756,42 euro als gezinshoofd. Opgelet, heeft u een gemengde loopbaan, dan mag uw totale pensioen niet hoger zijn dan het bedrag van het minimumpensioen voor een loopbaan van 45 jaar.

Wanneer kan ik met pensioen?

Sinds 2019 kan u met vervroegd pensioen op uw 60ste verjaardag na een loopbaan van 44 jaar. Bent u er 61 of 62, dan moet u 43 loopbaanjaren op de teller hebben. Vanaf uw 63ste levensjaar moet u 42 jaren dienst hebben. Vanaf 65 zijn er geen loopbaanvoorwaarden en kan u zeker met pensioen.

Conclusie

Eigenlijk is het woord “minimumpensioen” wat misleidend en zou de term “basispensioen” correcter zijn. Enkel bij een loopbaan van 45 jaar mag u rekenen op het volledige bedrag van € 1.266,37 (alleenstaande) of € 1.582,46 (gezinshoofd). U heeft recht op dit minimumpensioen bij een loopbaan van minstens 30 jaar. Heeft u geen loopbaan van 45 jaar op de teller, dan wordt het minimumpensioenbedrag pro rata verminderd.

Elke situatie en loopbaan is anders, de website mypension.be geeft daarom de beste raming. Bent u ondertussen 59 jaar, dan kan u een effectieve pensioenaanvraag doen bij het RSVZ, die rekening houdt met uw volledige carrière. Zij kunnen tot op de eurocent juist berekenen hoeveel pensioen u mag verwachten.

Nog een tip: de meeste zelfstandigen hebben geen volledige loopbaan van 45 jaar op de teller, waardoor het pensioen in de praktijk lager ligt. Des te belangrijker wordt dus het opbouwen van een aanvullend pensioen: betaald door de vennootschap en door de fiscus beloond met een belastingvoordeel.

 

Voor meer informatie, neem gerust contact met ons op!

Investeren in vastgoed staat garant voor een stabiel en veilig rendement. Daarenboven kan de vennootschap de registratierechten inbrengen als fiscaal aftrekbare waardevermindering.

Bereken uw rendement samen met ons

U heeft een vastgoedproject in gedachte? Wij berekenen voor u het rendement, begeleiden de kredietaanvraag en nemen het administratieve werk op ons. Onafhankelijk advies en administratieve begeleiding, daar gaan we voor!

Maak uw slapende rekening wakker

De huidige interesten op spaargelden zijn ongekend laag. Toch verdient het spaargeld van uw vennootschap eveneens rendement. Het slapend geld op de rekening van de vennootschap investeren, ook dat is ondernemen!

Pensioenopbouw via uw vennootschap

Als ondernemer is een investering in vastgoed de perfecte aanvulling op uw wettelijk pensioen. De duurzame huuropbrengsten staan garant voor het behoud van uw levensstandaard.

Successieplanning via uw patrimoniumvennootschap

Een onroerend goed aangekocht via uw vennootschap? Dan behoort dit onroerend goed tot het vennootschapsvermogen, welke wordt vertegenwoordigd door aandelen. Wist u dat de overdracht van aandelen behoort tot de meest gunstige techniek binnen de successieplanning?

Digitaal boekhouden doe je zo!

Ken je de vele voordelen al van een digitale administratie? Nee? Dan werk je misschien nog niet optimaal digitaal.

Ontdek Exact Online
Image

Goed nieuws! Voortaan hebt u als zelfstandige recht op een uitkering indien u het werk moet onderbreken na een ongeval of door ziekte. Sinds 1 juli ontvangt u bij langdurige arbeidsongeschiktheid onmiddellijk een uitkering en werd de wachttermijn ingekort. Men tracht op deze manier de sociale bescherming van zelfstandigen zoveel mogelijk gelijk te trekken met deze van werknemers.

Wat is er gewijzigd?

Voor 1 juli 2019 ontvingen zelfstandigen voor de eerste 2 weken van ziekteverlof geen uitkering van het ziekenfonds. Voortaan gaat dit op volgende manier in zijn werk:

In geval van korte arbeidsongeschiktheid heeft de zelfstandige nog steeds geen recht op een uitkering, hier geldt nog steeds de wachtperiode van 7 dagen.

Bij een arbeidsongeschiktheid van minstens 8 dagen zal de zelfstandige vanaf de eerste dag een uitkering ontvangen van het ziekenfonds.

Hoeveel bedraagt de uitkering?

De zelfstandige kan rekenen op een dagvergoeding die rekening houdt met zijn gezinssituatie. Onderstaande vergoeding ontvangt de zelfstandige 6 dagen per week:

 

Hoe pak je dit concreet aan in geval van ziekte?

Om een uitkering te ontvangen dient u binnen de 7 dagen na de begindatum van de arbeidsongeschiktheid een medisch getuigschrift te bezorgen aan het ziekenfonds.

Solliciteer


Afspraak maken