Vanaf 1 januari 2023 daalt het basispercentage van de investeringsaftrek opnieuw van 25% naar 8%. Plan je nog de installatie van een airco, een renovatie of de aankoop van een bureau of laptop voor je zaak, doe het dan nog voor het einde van het jaar. Het levert je een aanzienlijk voordeel op.

Wat is de investeringsaftrek?

Eenmanszaken en vennootschappen (kmo’s) die investeren krijgen, onder bepaalde voorwaarden, een fiscaal voordeel in de vorm van een investeringsaftrek. Op een reeks van specifieke investeringen zijn bijzondere percentages van toepassing, o.a. als ze energiebesparend zijn. De investeringsaftrek verlaagt het bedrag waarop belastingen moeten worden betaald, je mag ze dus aftrekken van de belastbare winst (= omzet met aftrek van kosten).

De investeringsaftrek heeft als doel kmo’s aan te zetten om productieve investeringen te doen. De aftrek komt bovenop de normale afschrijvingskost in vaste activa.

Wat is een verhoogde investeringsaftrek?

In 2018 en 2019 werd het basispercentage verhoogd naar 20%. Om ook investeringen tijdens de Covid-pandemie te blijven stimuleren werd het percentage in 2020 verhoogd naar 25%. Die verhoogde investeringsaftrek loopt nog tot en met 31 december 2022. Vanaf 1 januari 2023 bedraagt het basispercentage opnieuw 8%.

Welke investeringen komen in aanmerking?

Het voordeel van de investeringsaftrek geldt uitsluitend op investeringen in nieuwe afschrijfbare materiële of immateriële vaste activa die in België uitsluitend voor de beroepsactiviteit gebruikt worden. Voorbeelden zijn gebouwen, renovaties, machines, kantoorinrichting, bureaumateriaal, enz.

Een nieuwe firmawagen valt niet onder de verhoogde investeringsaftrek. Hou er ook rekening mee dat de factuur nog in 2022 wordt opgemaakt en dat je dit jaar eigenaar wordt van de goederen.

Basisvoorwaarden zijn:

Een voordeel van minimaal honderden euro’s

Stel, je investeert in een nieuwe machine ter waarde van € 30.000. Dan is je investeringsaftrek

Door je investering nog dit jaar te doen, doe je dus € 1.275 voordeel op een investering van € 30.000. Reken maar eens uit hoeveel je wint op een investering die veel hoger is.

Plan je nog een belangrijke (dure) investering of aankoop? En kan je die vooruitschuiven naar 2022? Spreek er dan zeker eerst eens over met je ondernemingscoach.

Vorige week hield eerste minister Alexander De Croo zijn regeerverklaring. Die “State of the Union” ging naar goeie traditie gepaard met een toelichting over het begrotingsakkoord voor 2023 en 2024. Daarin staan verschillende elementen die een impact hebben op het ondernemerschap. Ook bereidt de overheid een fiscale hervorming voor.

Deze beslissingen werden genomen

Heel wat kmo’s hebben af te rekenen met hoge energiefacturen. Om die facturen voor bedrijven te temperen verlaagt de federale regering de accijnzen op elektriciteit en aardgas tot eind maart 2023. De btw op elektriciteit en aardgas blijft definitief op 6%. Een systeem van accijnzen moet de lagere btw later compenseren.

Het fiscale voordeel op een tweede woonst verdwijnt vanaf 2024. Die belastingvermindering leverde eigenaars van een tweede verblijf via de personenbelasting meer dan 700 euro per jaar op. Desondanks de afschaffing garandeert een investering in vastgoed, als onderdeel van een pensioenplan, voor ondernemers nog altijd een mooi rendement.

De loonindexatie kost werkgevers plots een pak geld. Om dat grote verschil te kunnen opvangen wordt de patronale bijdrage voor de geïndexeerde lonen in 2023 voor de eerste kwartalen verminderd met 7 procent. Voor de laatste twee kwartalen van 2023 is er uitstel tot 2025. In de zoektocht naar extra werkkrachten kunnen de landbouw, de evenementen- en cultuursector ook voortaan beroep doen op flexi-jobbers of studenten. Voor deze laatste wordt het maximaal aantal uren studentenarbeid opgetrokken naar 600 uur. Een werkgever krijgt ook een financiële tegemoetkoming als hij werklozen of langdurig zieken op de payroll zet.

Ten slotte komen er ook nog striktere regels voor het fiscaalgunstige systeem van auteursrechten om misbruik tegen te gaan.

Nog even wachten op fiscale hervorming

Minister van Financiën Vincent Van Peteghem wil het fiscale landschap hertekenen. Een aantal elementen uit zijn visienota zijn al opgenomen in de regeringsverklaring. Maar in het nieuwe regeerakkoord staat eveneens dat hij een fiscale hervorming mag voorbereiden. Welke ideeën er op tafel liggen geven we hier al even mee, dan zie je meteen welke richting ze uitgaan.

Vermogenswinsten in het vizier

Werken moet lonen. Daarom zijn er plannen voor een wijziging in de belastingschijven. De verhoging van de belastingvrije som van € 9.270 naar € 13.390 haalde het regeerakkoord uiteindelijk niet, maar komt wel terug in de nota. Hierdoor zouden mensen die werken op het einde van de maand netto méér overhouden. Tegelijkertijd zou het systeem van eco-, sport- en cultuurcheques op dezelfde manier behandeld worden als loon. Voor maaltijdcheques zou er een uitzondering zijn. Ook andere voordelen binnen een cafetariaplan wil men aan werkelijke waarden belasten. Werknemers vergoeden in centen moet voor de minister de nieuwe norm zijn.

InkomensschijvenVoorstel visienotaVandaag
Belastingvrije som€ 13.390€ 9.270
€ 0 – € 13.87025%25%
€ 13.871 – € 24.48035%40%
€ 24.481 – € 42.37040%45%
> € 42.37045%50%
> € 84.740 (nieuw)50%

Opvallend ook in de nota is de wil om vermogenswinsten zoals dividenden, huuropbrengsten en meerwaarden te belasten aan evenredige tarieven. Voor huurinkomsten zou men zich niet meer willen baseren op het kadastraal inkomen van het onroerend goed, maar wel op de reële huuropbrengsten min een forfaitaire kostenaftrek van 30% (of hoger als je dit kan aantonen).

Lagere vennootschapsbelasting

Het basis vennootschapstarief bedraagt vandaag 25%. Kmo’s met een maximale winst van € 100.000 betalen een verlaagd tarief van 20%. In het voorstel van de minister zou het kmo-tarief verlaagd worden van 20% naar 15%, terwijl de maximale winst € 200.000 bedraagt. Zo blijft er meer winst in de vennootschap die zaakvoerders productief kunnen inzetten. Hiermee wil Van Peteghem het ondernemerschap stimuleren.

Zonder voorwaarden is dit voorstel te mooi om waar te zijn. De minimale bezoldiging van € 45.000, al dan niet geïndexeerd, zou opgetrokken worden. Belastbare voordelen van alle aard van de bedrijfsleider worden niet meer in rekening gebracht.

Lagere roerende voorheffing

Op interesten, dividenden en andere inkomsten uit roerende goederen betaal je vandaag een voorheffing van 30%. Dit tarief wil de minister verlagen naar 25%. Voor de eerste € 6.000 per jaar overweegt hij een vrijstelling. Keerzijde van de medaille: uitzonderingsregimes verdwijnen met uitzondering van verworven rechten. Hierbij denkt me aan de afschaffing van het VVPRbis-regime, vandaag 20% of 15% en de liquidatiereserves, uitgekeerd aan amper 5% roerende voorheffing na een wachttijd van 5 jaar.

15% op gerealiseerde meerwaarde

Stel, je verkoopt de aandelen van je vennootschap en je realiseert hierop een meerwaarde. Vandaag word je hierop niet belast. In de toekomst overweegt men een meerwaardebelasting van 15%. Het gaat niet alleen om aandelen, maar ook om obligaties en andere financiële producten.

Vermogen van de ondernemer in het vizier

Als eigenaar van een vennootschap bestaan er vandaag een aantal instrumenten om op een fiscaalvriendelijke manier vermogen uit je zaak te halen. En daar wil men overduidelijk aan raken. De minister wil via een lastenverlaging in de personenbelasting kleine ondernemers niet zomaar in de richting van een vennootschap duwen. Het gaat hier voorlopig om denkpistes. Eerst moeten ze nog in detail worden uitgewerkt en nadien zullen er 7 partijen een compromis moeten vinden, alvorens ze gestemd kunnen worden. Er zal met andere woorden nog heel wat water naar zee vloeien. 

Bovenstaande voorstellen zouden een impact kunnen hebben op de manier hoe je jezelf verloont én de structuur van je vermogen. Het toont nog maar eens het belang aan van een goeie vermogensplanning, zowel voor jezelf als voor je erfgenamen later. Vanuit Ondernemingscoach kijken we met een vergrootglas naar al deze ontwikkelingen. We zullen je ook in de toekomst op de hoogte houden welke richting de besprekingen uitgaan.

Enthousiaste nieuwe werknemers vinden is vandaag een hele opgave. Als werkgever moet je dus meer inspanningen leveren om je werknemers tevreden te houden. Met de winstpremie bestaat er een fiscaal voordelige tool om werkkrachten aan te trekken én je medewerkers te belonen.

Wat is een winstpremie?

De winstpremie is een tool die je als onderneming kan inschakelen om (een deel van) je winst van een boekjaar aan je werknemers toe te kennen. Maximaal 30% van de totale brutoloonmassa mag je zo uitkeren. Als werkgever neem jij het initiatief om al dan niet zo’n winstpremie uit te keren en aan welke voorwaarden. Dit moet altijd schriftelijk gebeuren, waarbij een e-mail volstaat. Het is ook geen verworven recht, het initiatief ligt bij jou. Vroeger heette dit “deelname in de winst”.

Opgelet, de winstpremie is niet in het leven geroepen om loon of andere voordelen te vervangen. Je kan het alleen maar inzetten voor werknemers, niet voor jezelf als bedrijfsleider, als afzonderlijke (extra) collectieve premie. Het is dus een premie voor iedereen of voor niemand.

Vandaag doet de stijgende inflatie je medewerkers kritischer kijken naar hoeveel zij verdienen. Volgens een recent onderzoek van Tempo-Team, uitgevoerd in het laatste kwartaal van 2021, vindt de helft van de medewerkers zijn loon onrechtvaardig. Bij vrouwen is het zelfs twee op drie. Met de winstpremie kom je dus tegemoet aan deze bekommernissen, maar laat je het afhangen van hoe jouw onderneming presteert. Bovendien positioneer je je als aantrekkelijke werkgever en geef je je medewerkers geen reden meer om een hoger loon bij een andere firma te zoeken. Ook het samenhorigheidsgevoel is een voordeel: iedereen werkt samen aan een gemeenschappelijk doel dat jou als werkgever als muziek in de oren klinkt, nl. (meer) winst maken.

De premie is vrijgesteld van inkomstenbelasting. Werknemers betalen een bevrijdende bijzondere heffing van 7% en een solidariteitsbijdrage van 13,07%. Voor jou als werkgever is er geen werkgeversbijdrage te betalen. Je betaalt wel vennootschapsbelasting: de winstpremie is immers een onderdeel van de winst, een verworpen uitgave dus en geen aftrekpost.

Welke soorten winstpremies zijn er?

Voor beide winstpremies is er een andere invoeringsprocedure, waarmee we jou kunnen helpen.

Is de winstpremie voordeliger dan loon of de loonbonus?

Naast de winstpremie bestaat er vandaag ook een andere loonbonus, het niet-recurrente resultaatsgebonden voordeel. De term “niet-recurrent” spreekt voor zich: net als de winstpremie is het geen verworven recht en bepaal jij als werkgever de invoering ervan. Beiden zijn compatibel en kunnen tegelijkertijd naast elkaar bestaan. Bij de loonbonus worden op voorhand specifieke doelen opgesteld die een groep van medewerkers moeten behalen om de bonus te bekomen. Dat kan een team, een groep, een afdeling of gans het bedrijf zijn. Door hun gemeenschappelijke inzet of prestatie moeten ze samen een collectief doel realiseren.

Ook de jobbonus is fiscaal interessanter voor jou als werkgever. Nadeel ervan is dat de loonbonus vaak in bedrijven discussies losweekt, zeker als bepaalde teams wél en anderen niet een doel hebben bereikt.  Hierdoor ga je vaak aan jouw persoonlijke doel, belonen en motiveren, voorbij. Met een winstpremie is het eenvoudiger en zwart op wit: de winst is er of is er niet.

We werkten een fictief voorbeeldje uit:

 Loon/premie 2022WinstpremieLoonbonus
Brutobonus€ 3.500€ 3.500€ 3.500
RSZ-bijdrage werknemer€ 457,45€ 457,45€ 457,45
Belastingen (indicatief)€ 1.369,15 (45%)€ 212,98
Nettobonus€ 1.673,40€ 2.829,57€ 3.042,55
RSZ-bijdrage werkgever€ 875 (25%)€ 1.155 (33%)
Verworpen uitgave€ 1.035,30 (29,58%)
Kostprijs werkgever€ 4.375€ 4.535,30€ 4.655
Kost t.o.v. nettobonus2,611,601,53

Zowel de winstpremie als de loonbonus (niet-recurrent voordeel) zijn fiscaal dus veel voordeliger dan de uitkering van extra loon of een premie. De winstpremie kost je als werkgever minder dan de loonbonus, maar bij die laatste houden je werknemers netto iets meer over.

Hoe moet ik de winstpremie implementeren?

Bij Ondernemingscoach horen we vaak dat personeel duur is. Juist is het niet helemaal, maar het is ook niet onjuist. Personeel zorgt er immers ook voor dat je geld kan verdienen, winst kan maken en dat je zaak groeit. In tijden waar goed personeel schaarser wordt (en vooral ook actief wordt benaderd door andere werkgevers) komt het er op aan om ze te belonen en te motiveren. De winstpremie zorgt ervoor dat je medewerkers geen redenen hebben andere oorden op te zoeken. En je kan het ook inzetten als extra voordeel om nieuwe gemotiveerde krachten aan te werven. Want alleen zo win je de war on talent.

Meer informatie nodig over de winstpremie en hoe te implementeren? Contacteer gerust je Ondernemingscoach.

In juni steeg de inflatie naar 9,65%, het hoogste cijfer in 40 jaar. Het leven gaat dus nóg duurder worden, want niet alle bedrijven of supermarkten hebben die meerkost al doorgerekend. En dat riskeer jij als consument/ondernemer maar liefst 4 keer te betalen. Gelukkig kan je er zelf nog wel iets aan doen.

1. Koopkrachtbescherming van je medewerkers

België is één van de weinige landen waar de lonen automatisch worden aangepast aan de stijgende levensduurte. Stijgen de prijzen, dan behouden werknemers hun koopkracht door de automatische loonindexering. Die rekening belandt uiteindelijk bij de werkgever en die betaalt de inflatie meteen een eerste keer.

2. Ook jouw bedrijfsonkosten stijgen

De sterkte inflatie is onder andere het gevolg van stijgende energie- en brandstofprijzen. Die raken niet alleen consumenten, maar ook professionele verbruikers. Ook de factuur voor verwarming of elektriciteit in kantoorruimtes, ateliers, winkelruimtes, magazijnen,… gaat omhoog. En een volle tank voor je bedrijfsvoertuigen en bestelwagens kost vandaag al bijna 40% meer dan een jaar geleden. De inflatie treft je zo een tweede keer.

3. Stijgende aankoopprijzen

Ook jouw leveranciers moeten afrekenen met stijgende loon- en/of productiekosten. Want ook zij hebben o.a. een duurdere energierekening. Vandaag zijn die nog niet volledig doorgerekend in jouw aankoopprijs, dus verwacht je ook hier nog aan een derde meerkost door de inflatie.

4. Ook jouw winkelkar wordt duurder

Vandaag keer je jezelf een loon uit om te kunnen voorzien in je eigen levensbehoeften. Maar 1 euro is ook voor jou minder waard dan 1 jaar geleden. Om je levensstandaard te behouden moet je dus meer loon uitkeren, wat neerkomt op extra lasten. Of hoe de indexering van je eigen loon, je een vierde keer raakt als werkgever. Tenzij je zelf de broeksriem aantrekt.

Met compassie ga je er niet komen

Is de situatie dan helemaal uitzichtloos? Helemaal niet, maar je gaat wel dringend actie moeten ondernemen. Aan de stijgende loonkosten van je personeel kan je weinig veranderen, de regels zijn wat ze zijn. Maar als advieskantoor moedigen we je wel aan om werk te maken van onderstaande punten:

En nog een aantal extra tips:

Verlies dus geen tijd meer en zorg ervoor dat de inflatie geen al te grote happen neemt uit jouw winstmarge. Hoe langer je wacht, hoe groter de impact op jouw financiële cijfers.

De gemiddelde zelfstandige kreeg in 2020 amper 904 euro maandelijks pensioen. Door het schrappen van de zogenaamde correctiecoëfficiënt in januari 2021 zal dat bedrag in de toekomst vergroten. Tenzij je bijna fin de carrière bent, want dan heeft deze maatregel weinig impact op je uiteindelijke pensioen.

Wil je je levensstandaard behouden, dan is de kans groot dat je uiteindelijke pensioen – zelfs na 2021 – onvoldoende zal zijn. Daarom moet je, liever vandaag dan morgen, actie ondernemen zodat je zorgeloos van je oude dag kan genieten. Dat kan met deze 5 bouwstenen.

Stel je pensioenplan niet uit

Start je net met je zaak, dan is je pensioen wellicht het allerlaatste waaraan je denkt. Je focus ligt bij het opstarten, bij het genereren van omzet, niet bij je oude dag. Dat is zeer begrijpelijk, maar tegelijkertijd is het ook een gemiste kans. Want hoe vroeger je begint met je pensioenplan, hoe meer reserves je opbouwt en hoe minder je het voelt. Niet alleen de gespaarde bedragen beginnen te renderen, ook op het behaalde rendement krijg je interest. Die zogenaamde interestkapitalisatie genereert een sneeuwbaleffect, waarvan je op je pensioenleeftijd de vruchten plukt.

Bovenaan je pensioenplan zal ongetwijfeld het klassieke pensioensparen staan. Dat levert immers een dubbel voordeel op: niet alleen spaar je elke maand een klein bedrag dat je niet meteen mist, het levert ook nog eens een direct belastingvoordeel op je personenbelasting op. Pensioensparen is in 2022 jaarlijks gelimiteerd tot € 990 of € 1.270. De eerste optie levert je een belastingvermindering op van 30%, optie 2 slechts 25%. Er is wel degelijk een verschil tussen beide opties en de impact op het eindsaldo: optie 2 betekent niet automatisch dat er meer overblijft. Laat je daarom goed adviseren. Laat je ook voldoende adviseren bij het type pensioensparen: een pensioenspaarverzekering of een pensioenspaarfonds. De rendementen, en dus ook opbrengsten, tussen beide types kunnen op het einde van je carrière groot zijn.

Ook al zijn we zelf geen grote fan van het VAPZ, het IPT en het POZ, toch geven we voor de volledigheid mee dat je hiermee ook een pensioenkapitaal kan opbouwen:

Al deze formules brengen een reeks van fiscale voordelen met zich mee, die al dan niet ook resulteren in minder sociale bijdragen. Klinkt mooi, toch! Waarom zijn we dan toch geen grote fan? Het zijn formules waarmee vooral de aanbieders ervan voordeel doen. De pensioenopbouw is eerder beperkt en je moet van het belastingvoordeel (premie)taksen aftrekken, wat niet het geval is bij het klassieke pensioensparen. Daarnaast moet je ook rekening houden met eventuele bijdragen en kosten, bijvoorbeeld in geval van liquidatie bij leven. Wij zijn van mening dat er interessantere opties zijn om je pensioen op te bouwen, die een hoger rendement met zich meebrengen. Het lijkt ons daarom interessanter om deze bedragen te investeren in alternatieven met hoger rendement. En dat rendement kan je dan weer herinvesteren.

Heb je als zelfstandige al een kapitaal bij elkaar gewerkt, dan liggen er mooie kansen op je te wachten om je latere pensioen aan te vullen. Investeren in vastgoed klinkt wellicht alsof het exclusief is weggelegd voor de “rich and famous”, maar dat is niet het geval. Met slechts € 10.000 kan je al je eerste investeringen realiseren. Je zal hiervoor niet de grootste opbrengsteigendom bekomen, maar hoe vroeger je begint, hoe sneller je geld rendeert. Investeer je via een vennootschap heb je ook nog eens het voordeel dat je alle kosten, zoals notariskosten, btw en registratierechten, kan aftrekken als beroepskosten.

Wil je niet rechtstreeks investeren in bakstenen, dan kan je nog altijd in vastgoed beleggen via aandelen of vastgoedfondsen. Hou er wel rekening mee dat elke investering een mogelijke impact heeft op je cijfers en fiscaliteit. Spreek er dus zeker over met je boekhouder.

Je latere pensioen bouw je niet op door gewoon even één van bovenstaande vakjes te openen. In een ideaal scenario trek je een combinatie van vakjes open in functie van een aantal factoren waaronder fiscaliteit en rendement. En vooral… hoeveel pensioen je nodig hebt om het niet met minder te moeten doen. Want dat moet het uiteindelijke doel zijn: vermijden dat je verplicht bent de broeksriem aan te spannen wanneer je net kan en mag genieten. Dat kan alleen door, samen met je boekhoud- en advieskantoor, een pensioenplan op te stellen. Zo kan je verschillende scenario’s uitwerken en berekenen, zoals de impact op je pensioen wanneer je vroeger stopt te werken.

Ook al lijkt je pensioen nog veraf, het komt er veel sneller aan dan je denkt en vooral… het pensioenbedrag dat je zal krijgen kan hard aankomen. Vanuit Ondernemingscoach willen we onze klanten zo’n onaangename verrassing besparen door er nu al over na te denken. Hoeveel zal je pensioen bedragen? Wat heb je nodig om je levensstandaard te behouden? En hoe kan je de eerste stappen zetten om na je pensioen te doen wat je altijd voor ogen had, zoals genieten en reizen. Geef ons een seintje om samen te berekenen wat je al hebt opgebouwd en wat je nodig zal hebben.

Het toenemend aantal nieuw samengestelde gezinnen maakt een vermogensplanning er niet eenvoudiger op. Des te meer indien er kinderen uit een vorige relatie of huwelijk zijn.

In het klassieke geval komt bij het overlijden van de ene partner (partner 1) de andere langstlevende partner (partner 2) in een vorm van onverdeeldheid met de kinderen van partner 1, te weten zijn of haar “stiefkinderen” terecht, wat niet altijd de gewenste gevolgen heeft. De langstlevende partner verkrijgt dan bijvoorbeeld het vruchtgebruik van de gezinswoning, terwijl de stiefkinderen reeds de blote eigendom verwerven. Zo blijven ze aan elkaar verbonden en dienen ze samen beslissingen te nemen over de goederen van de nalatenschap. Indien de relatie tussen stiefouder en stiefkinderen al niet optimaal was, zien we dat dit in de praktijk geregeld een verdere bron van discussie wordt. Ook indien er minderjarige kinderen bij betrokken zijn, brengt dit heel wat formaliteiten met zich mee. Het lijkt weinig aannemelijk dat de overledene dit zo gewenst heeft.

Zonder een doordachte planning beslist de wetgever wat er met jouw vermogen gebeurt na jouw overlijden. Een voorbereid man is er dus veel waard!

Bij de vraag tot successieplanning zien we dan ook dat in de meeste gevallen één van beide aspecten op de voorgrond treedt:

Uiteraard behoren tussenoplossingen ook steeds tot de mogelijkheden. Zo is het in het geval van de “Verhulstjes”, type voorbeeld van een harmonieuze samenleving, wel denkbaar dat ‘Gertje’ zowel ‘zijn Ellen’ als zijn eigen kinderen zal willen bevoordelen.  

Alleszins betreft een vermogensplanning in nieuw samengestelde gezinnen maatwerk. Er zijn tal van technieken mogelijk, afhankelijk van jouw concrete gezinssituatie en afhankelijk van jouw wensen, om af te wijken van de bestaande wettelijke regeling, dewelke voor jou misschien niet de meest optimale is.

Weet dat er planningstechnieken bestaan om er voor te zorgen dat onverdeeldheden tussen jouw erfgenamen vermeden worden, of waarbij  je – afhankelijk van jouw wensen – je kinderen maximaal kan beschermen of net andersom, je langstlevende partner.  

Maak je zelf deel uit van een nieuw samengesteld gezin en heb je vragen hieromtrent? Neem dan gerust contact met ons op. Dan nemen we jouw situatie even onder de loep en optimaliseren we waar nodig.

U bent de enige aandeelhouder en bestuurder van de vennootschap die je zelf opgericht hebt. In het  aandelenregister sta je ook als enige aandeelhouder vermeld.

Je leeft in de veronderstelling dat de aandelen van jouw zaak jou dan ook in volledige eigendom toebehoren. Maar is dit wel zo?

Het idee leeft onder de mensen dat de aandelen op naam van iemand, ook automatisch en exclusief in eigendom toebehoren aan deze persoon.

Dit gaat niet altijd op!

Voor een  goed begrip van dit vraagstuk lichten wij eerst het begrip ‘eigendom van een aandeel’ verder toe. Ten onrechte wordt vermoed dat een aandeel één en ondeelbaar is. Dit klopt niet. Een aandeel bestaat uit twee facetten. Er dient een onderscheid gemaakt te worden tussen enerzijds de lidmaatschapsrechten verbonden aan de aandelen en anderzijds de eigenlijke eigendomsrechten/vermogensrechten van de aandelen.

Het is mogelijk dat met betrekking tot eenzelfde aandeel het lidmaatschapsrecht aan één iemand is toegekend en het eigendomsrecht aan iemand anders toebehoort. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de eigenaar van een aandeel (lees de houder van het eigendomsrecht of vermogensrecht) het vruchtgebruik van een aandeel heeft geschonken aan iemand anders. De vruchtgebruiker kan zijn stemrecht dan uitoefenen, doch heeft geen recht op de vermogensrechtelijke waarde van het aandeel.

Dat in het achterhoofd houdende komen we tot de eigenlijke clue van dit vraagstuk.

Aan wie het vermogensrecht van een aandeel toebehoort hangt af van uw burgerlijke status op het moment van de verwerving van de aandelen.

Bent u alsdan ongehuwd of gehuwd onder het stelsel van de zuivere scheiding van goederen dan behoort het eigendomsrecht van uw aandelen die op uw naam ingeschreven zijn enkel en alleen aan u toe.

Bent u daarentegen gehuwd zonder huwelijkscontract of onder een gemeenschapsstelsel (het wettelijk stelsel of het stelsel van de algehele gemeenschap van goederen), dan behoren de aandelen (lees het eigendomsrecht/vermogensrecht van de aandelen), die u heeft verworven tijdens uw huwelijk (bijvoorbeeld bij de oprichting van de vennootschap, de overname van de aandelen of bij een kapitaalverhoging), tot het gemeenschappelijk huwelijksvermogen bestaande tussen u en uw echtgeno(o)t(e).

Concreet impliceert dit dat bij echtscheiding kan worden overgegaan tot verdeling van de aandelen en eventueel zelfs tot het toekennen van een vergoeding aan uw echtgeno(o)t(e). Dit heeft verder ook implicaties bij uw overlijden. Uw echtgeno(o)t(e) is dan reeds eigenaar van de helft van de aandelen op uw naam en enkel de overige helft van de aandelen valt in uw nalatenschap.

De stelling ‘aandelen op mijn naam, mijn eigendom’ dient aldus met een korrel zout te worden bekeken.

Mits het leveren van het correcte tegenbewijs, met name dat bij het verkrijgen van de aandelen, uitsluitend eigen gelden werden gebruikt (gelden van vóór het huwelijk,  gelden verkregen uit erfenis of schenking), kunnen de aandelen alsnog gekwalificeerd worden als uw eigendom.

Ben je aldus gehuwd en wens je een vennootschap op te richten, kom dan zeker met ons even de mogelijkheden bekijken. Wij reiken je graag de juiste documenten aan om jou juridisch de beste start te geven.

Naar jaarlijkse gewoonte zijn er ook volgend jaar een aantal wijzigingen, die wellicht een impact zullen hebben op je dagdagelijkse bezigheden (en je boekhouding). We sommen de belangrijkste voor je op:

Firmawagen duurder

Door de daling van de CO2-referentiewaarden stijgt de belasting op het Voordeel Alle Aard (VAA) als je met een (niet-elektrische) bedrijfswagen rijdt. De fiscale cataloguswaarde van je auto hangt af van je CO2-uitstoot, die vergeleken wordt met de referentiewaarde. Aangezien die referentiewaarde daalt, vergroot het potentiële verschil met de uitstoot van je firmawagen. En zo wordt je firmawagen in 2022 dus mogelijk duurder, maar gelukkig ligt het te betalen belastingbedrag lager dan wanneer je hem volledig uit eigen zak zou moeten betalen.

De referentiewaarden zijn 91 gram (102 gram in 2021) voor al dan niet-hybride auto’s op benzine, CNG of LPG. Voor de (hybride) modellen op diesel is dat 75 gram. In 2021 was dat nog 84 gram.

Beperkte RSZ-korting eerste werknemer

Het nieuwe jaar start met een beperking van de RSZ-korting voor de eerste aanwerving tot 4.000 euro per kwartaal, onbeperkt in de tijd. Verdient je eerste werknemer ongeveer € 5.330 bruto of meer, dan betaal je toch patronale RSZ-bijdragen. Tot eind 2021 genoot je van de volledige vrijstelling hierop. De maatregel is ook van toepassing op werkgevers die voor 1 januari 2022 gebruik maakten van de RSZ-vermindering. De RSZ-verminderingen van de 2de tot de 6de werknemer veranderen voorlopig niet.

Gelijkstelling werkloosheid corona

Zijn je werknemers door de coronacrisis op tijdelijke werkloosheid teruggevallen, moet ze niet vrezen voor minder vakantie in 2022. De dagen worden gelijkgesteld met gewerkte dagen voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2021. De gelijkstelling heeft geen impact op het bedrag van het dubbel vakantiegeld dat werknemers krijgen. De regering voorziet een budget om de bijkomende kost hiervoor deels te compenseren. Hoe dat concreet zal gebeuren, is nog niet duidelijk.

Verplichte vaccinatie Covid-19

Werk je in de gezondheidssector, dan heb je tot 1 april 2022 om je te vaccineren tegen Covid-19 (inclusief de herhalingsdosissen). Zo’n vaccinatie is verplicht voor het verkrijgen/behouden van een visum of de registratie als gezondheidsbeoefenaar.

Geen btw-attest voor renovatiewerken

Wie renovatie- of herstellingswerken uitvoert aan zijn of haar woning, heeft recht op het verlaagde btw-tarief van 6% als de woning ouder is dan 10 of 15 jaar. Je klant moest hiervoor een attest invullen en ondertekenen. Vandaag ligt er een wetsontwerp op tafel dat dit attest vervangt door een uitgebreide verklaring op de factuur. Minder administratief werk kunnen we alleen maar toejuichen.

Laadpalen fiscaal aangemoedigd

Vanaf 2026 kan je alleen nog elektrische bedrijfswagens aftrekken van je belastingen. Om de installatie van laadpalen aan te moedigen kan je als onderneming genieten van een verhoogde kostenaftrek van 200%, als je de paal laat installeren vóór 31 december 2022. Tussen 1 januari 2023 en augustus 2024 bedraagt de verhoogde kostenaftrek nog 150%. Er zijn wel enkele voorwaarden: de laadpaal moet over minstens 5 belastbare tijdperken en lineair worden afgeschreven. En daarnaast moet ze ook voor derden vrij toegankelijk zijn. Voor particulieren is er een fiscaal voordeel voorzien, eveneens gekoppeld aan enkele voorwaarden.  

Verplichte fiche voor auteursrechten

De fiscus heeft de jacht geopend op het misbruik van de fiscaal voordelige auteursrechten. Hierop betaal je slechts 15% roerende voorheffing. Vandaag ben je niet verplicht om hiervoor een individuele fiche 281.45 en de samenvattende opgave 325.45 op te maken. Er ligt een wetsontwerp klaar om ten vroegste voor aanslagjaar 2022 een nieuwe ficheverplichting in te voeren. Wij volgen dit van nabij op.

Medici en paramedici (deels) btw-plichtig

Vanaf 1 januari 2022 zullen alleen nog therapeutische behandelingen en ingrepen vrijgesteld zijn van btw op voorwaarde dat ze:

Bijvoorbeeld:

Dag van de Ondernemer. Op de derde vrijdag van de maand november staan we één dag, voor ons mogen het er gerust meer zijn, stil bij onze ondernemers. Want ondernemen is niet alleen successen binnenrijven: het is ook regelmatig tegen de muur lopen, je neus recht zetten en doorlopen. Omdat ondernemers vaak anderen inspireren, willen we graag een succesverhaal, een groeiverhaal zelfs, met jullie delen.

Hiervoor gaan we naar Anaïs, hairstylist in hart en nieren. Maar vandaag is ze vooral onderneemster met een eigen lijn van hair extensions, die ze als groothandel ook aan collega-kapsters levert.

Hairstylist Anaïs

Op de Olenseweg in Westerlo vind je het recente moderne salon van Anaïs terug. Hier bezorgt ze haar vrouwelijke klanten elke keer opnieuw een verwenmomentje en me-time. Haar specialisatie naast knippen en brushing: kleuringen, bride en vooral extensions. Laat die extensions nu een inspiratiebron geweest zijn om er méér mee te gaan doen. Vanuit haar passie, en ook omdat ze alleen het beste voor haar klanten wil, bracht Anaïs in 2020 een eigen lijn met hair extensions op de markt. Die plaatste ze aanvankelijk in haar eigen salon, maar de behoefte van haar collega’s naar goeie extensions kon ze niet negeren. Met A-Hair Extensions heeft ze vandaag een eigen lijn op de markt. Daar is zoveel vraag naar dat ze het dagelijkse salonwerk quasi volledig overlaat aan Marie, haar steun en toeverlaat die dat met verve doet.

A-Hair Extensions

Ook A-Hair Extensions draait, amper 1 jaar na de lancering ervan, op volle toeren. Na heel wat experimenteren, en het zorgvuldig selecteren van eigen haren, heeft ze de perfecte hair extensions kunnen ontwikkelen. Ondertussen stapte haar man Maxim mee in de zaak en zonet ging een extra administratieve kracht mee aan het werk. Samen brengen ze niet alleen deze producten op de markt, Anaïs stoomt in hoogst eigen persoon haar klanten klaar om er ook mee aan de slag te gaan. Dat doet ze met persoonlijk advies en opleidingen op maat van de klant. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan: het persoonlijk contact met de klanten, blijft net zoals in haar salon, heel belangrijk. De aard van het beestje zeker?

Van kapsalon naar groothandel

Het verhaal van Anaïs is een mooi voorbeeld van ondernemerschap. Groei draait niet alleen rond stijgende omzet en financiële resultaten, maar ook om het zien van opportuniteiten. Als ondernemer groei je dan mee (en we helpen je hier graag bij). Met Ondernemingscoach zijn we trots op dit verhaal. Trots dat we Anaïs en Maxim hebben kunnen ondersteunen en coachen om van hun baby A-Hair Extensions, net als het salon, een succes te maken.

In haar septemberverklaring kondigde de Vlaamse Regering de hervorming van de registratierechten aan vanaf 1 Januari. Hieronder zetten we graag even de wijzigingen op een rijtje.

Algemene regel!

Wie zijn enige en eigen woning koopt zal voortaan 3% registratierechten betalen in plaats van de huidige 6%. Plant u energetische renovatiewerken binnen de 5 jaar, dan zal u slechts 1% betalen.

Wat zijn de voorwaarden:

Wie niet aan bovenstaande voorwaarden voldoet, wordt belast aan 12% (voorheen 10%). Dit geldt eveneens voor de aankoop van de 2e verblijven, bouwgronden of bedrijfsvastgoed.

Bescheiden woningen genieten extra verminderingen:

Wanneer u een enige, eigen “bescheiden” woning koopt komt u in aanmerking voor een extra korting. De aankooprijs van de woning bepaald of de woning voldoet aan het kenmerk “bescheiden”.

Op heden worden woningen met een aankoopprijs van maximaal €200.000 (woningen in kernsteden) en €220.000 (woningen in andere gemeenten) aanzien als bescheiden woningen. Deze drempelbedragen worden opgetrokken met €20.000 naar €220.000 (woningen in kernsteden) en €240.000 (woningen in andere gemeenten).

Afschaffing van de meeneembaarheid van registratierechten

De meeneembaarheid laat u toe om de registratierechten die u heeft betaald bij de aankoop van een vorige woning, ten belope van maximum €13.000, af te trekken van de registratierechten die u moet betalen op uw volgende woning. Dit principe van “meeneembaarheid” wordt afgeschaft vanaf 01/01/2024.

Voor woningen aangekocht voor 31/12/2023 (aktedatum telt) wordt er een overgangsregeling voorzien. De eigenaar zal de keuze hebben tussen 2 keuzes:

Het normale tarief van 12% zal nog gedurende 2 jaar gecombineerd kunnen worden met meeneembaarheid!

OPGELET met datums:

Wilt u de berekening voor uw situatie maken? Kom gerust eens langs, wij zetten u graag op weg…

Solliciteer


Afspraak maken