Als zelfstandige heb je jarenlang heel hard gewerkt. Je klopte werkdagen van 10, 12, misschien zelfs 16 uur. Je hebt dat jarenlang volgehouden. Maar wanneer je eindelijk mag denken aan afbouwen en je verdiende rust… krijg je financiële kopzorgen omdat je er niet gaat komen met je kleine pensioentje. En dan pas besef je dat je eerder had moet denken aan een pensioenplan. Ook al lijkt het allemaal veraf, zo’n pensioenplan is noodzakelijk. Vandaag al, niet morgen.
Het enige dat je wil is minstens je huidige levensstandaard verderzetten de dag dat je onbezorgd kan genieten van het leven. Maar hoeveel kapitaal heb je daarvoor nodig? En wat kan ik vandaag doen om later écht te kunnen genieten?
Hoeveel je uiteindelijke pensioen zal bedragen, hangt af van je persoonlijke situatie. Je kan zelf al eens gaan kijken op MyPension. Een doorsnee zelfstandige met een gemengde loopbaan, dus een stuk als werknemer en een stuk als zelfstandige, zou volgens PensionStat moeten uitkomen op ongeveer 1.208 euro netto per maand. Ben je dit jaar gestart als zelfstandige, haal je gemiddeld 2.500 euro per maand binnen gedurende 45 jaar, dan zal je pensioen 1.500 euro per maand bedragen.
Kijk tegelijkertijd eens naar je uitgaven vandaag. 1 op 3 Belgen moet zijn spaargeld aanspreken om rond te komen. Energie kost gemiddeld al 400 euro per maand, je winkelkar kost ook een 500 euro per maand. En dan moet je alle andere kosten er nog bij tellen: telecom, water, benzine, verzekeringen, dokter, apotheker, huishoudtoestellen, herstellingen,… En wie weet ben je bij de gelukkigen die 100 jaar mogen worden, maar breng je de laatste jaren van je leven door in een woonzorgcentrum. Zo’n basisverblijf kost minstens al 1.800 euro. Onmogelijk dat je er komt met je kleine pensioentje! En daarom moet je vandaag al plannen.
Dé vraag die je je moet stellen: welk uitgavenpatroon zal ik hebben de dag dat ik op pensioen ben? En laat je vooral niet misleiden. Want de dag dat je het rustiger aan kan doen, heb je méér tijd om te reizen, om lekker te gaan eten, om met je hobby’s bezig te zijn,… Wellicht zal je moeten rekening houden met een uitgavenpatroon van om en bij de € 3.000 per maand of € 36.000 per jaar. Ga je met pensioen op 67 en heb je het geluk nog 25 jaar te leven, dan zal je € 900.000 uitgeven. Met je wettelijke pensioen financier je de helft. Maar van waar komt die overige € 450.000? En dan hebben we nog geen rekening gehouden met een jaarlijkse inflatie van de kosten in de jaarlijkse indexering van je pensioen.
Als je weet hoeveel er ongeveer zal binnenkomen en hoeveel je zal uitgeven, dan kan je ook meteen bekijken hoeveel aanvullend pensioenkapitaal je moet opbouwen. In een eerste fase kan dat via de 2de en 3de pensioenpijler. Dan spreken we enerzijds over het Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ), de Individuele Pensioentoezegging (IPT) en de Pensioenovereenkomst voor Zelfstandigen (POZ). Anderzijds gaat het over fiscaal sparen met privégelden, het zogenaamde pensioensparen. Dit kan je ook aanvullen met het fiscaalvoordelige lange termijn sparen. Binnen die 2de en 3de pijler krijg je op pensioenleeftijd een kapitaal uitgekeerd, dat je kan gebruiken om in je uitgaven te voorzien.
Naast deze fiscale pensioenproducten kan je ook niet-fiscaal sparen. Beleggen in roerende goederen levert je nog altijd het meest op, maar denk ook aan een ander soort beleggingen. Een mix van beleggingen en dividenden (uit je vennootschap) brengt je vaak het meeste op.
Vanuit Ondernemingscoach hebben wij uiteraard het best een zicht op je cijfers. Die cijfers, in combinatie met jouw pensioendoelstellingen, zijn de basis voor een uitgewerkte pensioenanalyse. Zo krijg je een idee waar je vandaag staat, hoe je vermogen evolueert en wat er nog nodig is om je doelstellingen te halen. Zo kan je met een gerust hart toewerken naar je welverdiende “oude dag”. Spreek erover met je ondernemingscoach!
Na het succesvol beëindigen van mijn studies heb ik enkele jaren ervaring opgedaan binnen een groot boekhoudkantoor, een nationale speler met toch wel een goede reputatie toen. Eigenlijk is mijn professionele carrière niet anders gestart dan veel andere boekhouders als ik het zo bekijk. Ik beheerde dus een reeks klanten, zoals onze dossierbeheerders dat vandaag binnen Ondernemingscoach ook doen.
En voor die klanten deed ik het boekhoudwerk van a tot z. Ook het fiscale aspect nam ik voor mijn rekening. Je moet aan die kant ook gezeten hebben, wil je de noden van kmo’s goed begrijpen.
Omdat ik zo gefrustreerd raakte in mijn job. Ik had veel klantencontacten, maar merkte dat die klanten allemaal meer verwachtten van hun boekhouder. Ik had het gevoel dat het werk dat we deden ok was, maar ook niet meer dan dat. Na verloop van tijd haalde ik er geen energie meer uit. Toen begon het idee te spelen om iets te starten wat heel wat van mijn klanten destijds nodig hadden. Hier en daar nam ik al een persoonlijk dossiertje voor mijn rekening na de uren, wat op termijn evolueerde naar een eetkamer waar je geen bord meer op tafel kon zetten. Eigenlijk zijn daar de eerste zaadjes van Ondernemingscoach geplant.
Moet ik niet lang over twijfelen: elke dag zien hoe we het toch allemaal anders aanpakken dan onze collega’s. Soms zit het in kleine dingen. Je kan een starter over de vloer krijgen die zich verwacht aan een grijze muis in een maatpak die chinees spreekt. En dan zie je die nadien vol goesting buitengaan omdat hij of zij toch meer heeft meegekregen dan wat cijfertjes. Of je ontmoet iemand die aanvankelijk op zoek is naar een boekhoudkantoor, maar wiens wereld je ziet opengaan als we vertellen over onze aanpak en onze focus op groei voor onze klanten. Een dag kan soms met kleine oogjes starten moet ik toegeven, maar een uurtje nadien kan de hemel zo opklaren als je weer eens een fijn gesprek hebt gehad met een (toekomstige) ondernemer. Verder word ik wild enthousiast als een toekomstige ondernemer/ klant dingen bereikt waarvan iedereen zegt dat het onmogelijk is.
Een van mijn grootste klanten kreeg ooit van zijn eerste boekhouder te horen dat hij geen bvba wou oprichten omdat hij niet geloofde in zijn verhaal.
Ondertussen zijn we al 6 jaar bezig en elke mijlpaal bracht wel een challenge mee. Vandaag willen we vooral een antwoord kunnen bieden op een nieuw soort vragen die we meer en meer krijgen van onze groeiklanten. Uiteindelijk evolueren we van advieskantoor naar een groeikantoor, en daar komt wel wat bij kijken. Zeker omdat die switch gebeurt in volle groei van Ondernemingscoach. Dus die uitdagingen zijn misschien nog nooit zo groot geweest. Neem daarbij ook nog eens onze operationele uitdagingen mee op onze zoektocht naar gemotiveerde medewerkers en je merkt dat het niet zomaar op een dienblad wordt aangereikt. Uitdagingen creëert goesting, dat maakt dat ik de laatste weken/maanden veel uitdagingen tegenkom, maar de goesting nog groter geworden is!
Dat het allemaal voor mij mag vooruitgaan. Ik kan en wil niet blijven stilzitten. Ik weet van mezelf dat ik de lat altijd maar hoger leg en ik verwacht van mensen rondom mij dat ze meevolgen. Dat is niet altijd even evident. Ik heb toch ook wel geleerd dat ik af en toe eens moet afremmen. Maar liefst niet te lang. Mijn hoofd zit vol ideeën en ik kies niet graag. Maar ik besef wel dat de mensen rondom mij zich wel eens durven afvragen wanneer mijn raket eindelijk eens wat snelheid gaat minderen. Laat ons zeggen dat ik eraan werk.
Ik heb er toch wel een aantal die ik sterk bewonder. Voor iemand als Willy Naessens, die geen remmen heeft en op zijn leeftijd nog gas blijft geven terwijl het niet meer moet, heb ik veel respect. En ook al ben ik Anderlecht supporter, toch heb ik veel appreciatie voor een ondernemer als Bart Verhaeghe. Die bewijst dat je als ondernemer ook een club naar een hoger niveau kan tillen. Hoe hij van een voetbalclub een succesvol bedrijf heeft gemaakt, daar kan je alleen toch maar van genieten en leren. En dan heb ik het niet eens over zijn werk in andere projecten zoals Uplace en Itinera.
Mijn hoofd zit vol, welke moet ik eruit halen? We willen verder groeien, daarom zoeken we ook weer nieuwe gemotiveerde medewerkers. We zoeken vooral mensen die zich willen smijten. Daarnaast werk ik ook aan iets nieuws, dat eigenlijk verder gaat dan Ondernemingscoach. Er zijn wel enkele raakpunten mee. In 2023 gaat het verder vorm krijgen, ik kan wél vertellen dat er veel vraag naar is. En omdat het niet bestaat hoe ik het voor ogen heb, verwacht ik er wel veel van. En natuurlijk is het op kmo’s gericht, want dat is ons dna. Aan nieuwe plannen geen gebrek.
Een community creëren van groeiende ondernemers die elkaar ontmoeten en elkaar helpen met ideeën uit te wisselen. Zoals ik het vaak zeg tegen ondernemers, binnen 15 jaar samenzitten aan dezelfde bureau en terugblikken met een goed glas en denken, het was allemaal niet makkelijk maar we hebben het er toch vanaf gebracht.
Sinds 15 februari 2023 gelden na lange tijd nog eens nieuwe bedragen voor een forfaitaire dagvergoeding indien u beroepsmatig naar het buitenland gaat.
We maken een onderscheid tussen uzelf en een werknemer.
Indien de onkostenvergoeding bedoeld is voor een werknemer, kan deze toegepast worden ongeacht of uzelf in de vennootschap zit of niet. Is de vergoeding voor uzelf bedoeld, dan is deze vergoeding enkel van toepassing als u zaakvoerder of bestuurder bent in een vennootschap.
U kan van een buitenlandse dagvergoeding genieten indien u op buitenlandse zakenreis gaat. Dit geldt enkel voor beroepsmatige verplaatsingen. Denk maar aan een reis naar een buitenlandse leverancier of klant, het bijwonen van een congres of een bezoek aan een buitenlandse beurs.
Let wel op dat u lang genoeg weg bent. Indien u op één dag heen en weer reist, moet u minstens tien uur weggeweest zijn, anders mag u geen dagvergoeding uitkeren. Indien langer, moet u minstens één keer overnachten.
Daarbij mag reizen ook niet uw beroep zijn, is dit wel het geval dan zal de fiscus het niet aanvaarden dat u elke dag een vergoeding opneemt.
Een buitenlandse dagvergoeding is fiscaal interessant. Privé wordt u niet belast op deze vergoeding en voor uw vennootschap is ze 100% aftrekbaar.
Bovendien zijn er ook geen bewijsstukken nodig. De vergoeding dekt de kosten van maaltijden en andere kleine uitgave ter plaatse waarvoor u gebruikelijk geen ticketjes verkrijgt. Echter zitten reis- en verblijfkosten niet inbegrepen bij het forfait. Deze mogen apart betaald worden door de vennootschap, hier dienen wel de nodige bewijzen voor te zijn.
De fiscus heeft enkele correcties uitgewerkt op het principe “voor elke dag dat bedrag”. Op de dag van vertrek en aankomst telt de vergoeding slechts voor een halve dag. Mits u op zakenreis gaat voor meer dan 30 dagen gelden deze tarieven niet meer, dan zal u zich tevreden moeten stellen met een lagere dagvergoeding van ‘categorie 2’.
Vervolgens zullen ook de maaltijden die u nuttigt in het hotel en mee op de hotelfactuur staan, verrekend moeten worden met de onkostenvergoeding. Deze vergoeding moet forfaitair verminderd worden met 35% voor een middagmaal en met 45% voor een avondmaal. Ontbijtkosten worden geacht inbegrepen te zijn bij de hotelkosten. Eventuele maaltijdcheques moeten ook worden afgehouden van deze vergoeding.
LET OP: Bovenstaande richtlijnen zijn niet van toepassing voor eenmanszaken. Ze kunnen deze forfaitaire vergoedingen niet gebruiken en dienen steeds bewijsstukken voor te leggen.
Landen | Forfaitaire dagvergoeding (€) Categorie 1 | Forfaitaire dagvergoeding (€) Categorie 2 |
Nederland | 98,00 | 59,00 |
Frankrijk | 100,00 | 60,00 |
Duitsland | 87,00 | 52,00 |
Canada | 102,00 | 61,00 |
Verenigde Staten | 117,00 | 70,00 |
Sinds het aanslagjaar 2021 zijn de brandstofkosten voor je eenmanszaak beperkt aftrekbaar, afhankelijk van de CO2-uitstoot. Voor de fiscus mag je deze aftrekbare tankkosten bewijzen of forfaitair ramen.
Als zaakvoerder van een eenmanszaak mag je je beroepskosten inbrengen: forfaitair of werkelijk, op basis van concrete bewijsstukken. Ook je brandstofkosten vallen onder de noemer van beroepskosten. Om die in rekening te brengen zijn er 2 methodes: op basis van bewijsstukken of op basis van gemiddelde brandstofprijzen:
Je kan elk jaar zelf beslissen welke berekeningsmethode je hanteert, dewelke je natuurlijk het meeste voordeel oplevert. Kies je methode 2, dan moet je je baseren op de nieuwe gemiddelde brandstofprijzen voor 2022. Deze liggen, gezien de energieprijzen, uiteraard hoger dan in 2021.
Brandstof | Inkomstenjaar 2021 | Inkomstenjaar 2022 |
Benzine 95 | € 1,6060 | € 1,9182 |
Benzine 98 | € 1,6360 | € 2,0287 |
Diesel | € 1,5727 | € 1,9895 |
LPG | € 0,6466 | € 0,8165 |
Een voorbeeld
Stel, je hebt in 2022 in totaal 10.000 kilometer gereden met je BMW X1. Die heeft een gemiddeld verbruik van 8,5 liter benzine 95 per 100 kilometer.
Welke methode je ook gebruikt, hou er rekening mee dat het resultaat ervan niet het bedrag is dat je mag aftrekken. Je moet nog het beroepsgedeelte ervan bepalen én het bedrag fiscaal beperken:
Ben je dus van plan om een nieuwe wagen aan te schaffen, let dus zeker op de impact ervan op het milieu. Hoe minder uitstoot, hoe meer kosten je kan aftrekken. Ondertussen is de transitie naar een elektrische vloot ingezet, want uiteindelijk zijn er veel (fiscale) voordelen bij de aankoop van een elektrische auto in Vlaanderen:
Stel dat je helemaal vanaf 0 mag beginnen, dan is een elektrische auto het beste alternatief. Ook al is hij duurder in aankoop, je krijgt er veel voordelen voor in de plaats. En uiteindelijk zal de restwaarde ook hoger zijn dan een klassieke auto met verbrandingsmotor. De recente Europese klimaatwet, die nieuwe benzine- en dieselauto’s vanaf 2035 verbiedt, laat je trouwens binnenkort geen andere keuze.
Heb je nog geen elektrische auto, dan is een tankkaart een optie om je brandstofkosten te bewijzen. Zo krijg je maandelijks een factuur en is 50% van de btw voor beroepsverplaatsingen aftrekbaar. Je moet ook geen ticketjes meer verzamelen die wellicht verdwijnen in je auto en waarvan je de letters en cijfers na een tijdje niet meer kan aflezen.
Welke tools of methode je ook gebruikt, wij kennen de spelregels en gaan samen met jou op zoek naar de beste oplossing in functie van jouw professionele trajecten, je privébehoeften en de spelregels inzake fiscaliteit.
Vanaf 1 januari 2023 daalt het basispercentage van de investeringsaftrek opnieuw van 25% naar 8%. Plan je nog de installatie van een airco, een renovatie of de aankoop van een bureau of laptop voor je zaak, doe het dan nog voor het einde van het jaar. Het levert je een aanzienlijk voordeel op.
Eenmanszaken en vennootschappen (kmo’s) die investeren krijgen, onder bepaalde voorwaarden, een fiscaal voordeel in de vorm van een investeringsaftrek. Op een reeks van specifieke investeringen zijn bijzondere percentages van toepassing, o.a. als ze energiebesparend zijn. De investeringsaftrek verlaagt het bedrag waarop belastingen moeten worden betaald, je mag ze dus aftrekken van de belastbare winst (= omzet met aftrek van kosten).
De investeringsaftrek heeft als doel kmo’s aan te zetten om productieve investeringen te doen. De aftrek komt bovenop de normale afschrijvingskost in vaste activa.
In 2018 en 2019 werd het basispercentage verhoogd naar 20%. Om ook investeringen tijdens de Covid-pandemie te blijven stimuleren werd het percentage in 2020 verhoogd naar 25%. Die verhoogde investeringsaftrek loopt nog tot en met 31 december 2022. Vanaf 1 januari 2023 bedraagt het basispercentage opnieuw 8%.
Het voordeel van de investeringsaftrek geldt uitsluitend op investeringen in nieuwe afschrijfbare materiële of immateriële vaste activa die in België uitsluitend voor de beroepsactiviteit gebruikt worden. Voorbeelden zijn gebouwen, renovaties, machines, kantoorinrichting, bureaumateriaal, enz.
Een nieuwe firmawagen valt niet onder de verhoogde investeringsaftrek. Hou er ook rekening mee dat de factuur nog in 2022 wordt opgemaakt en dat je dit jaar eigenaar wordt van de goederen.
Basisvoorwaarden zijn:
Stel, je investeert in een nieuwe machine ter waarde van € 30.000. Dan is je investeringsaftrek
Door je investering nog dit jaar te doen, doe je dus € 1.275 voordeel op een investering van € 30.000. Reken maar eens uit hoeveel je wint op een investering die veel hoger is.
Plan je nog een belangrijke (dure) investering of aankoop? En kan je die vooruitschuiven naar 2022? Spreek er dan zeker eerst eens over met je ondernemingscoach.
6 oktober 2022, Dag van de Freelancer. Hun aantal steeg met 37% op amper 5 jaar tijd. En we verwachten dat nog meer talenten zo de stap naar het ondernemerschap zullen zetten. We zetten ze graag eens in de kijker, want ook wij hebben heel wat freelancers in ons klantenbestand. We spraken met één van hen. Over het freelancen, de voor- en nadelen en vooral welke skills je moet hebben om er een groeiverhaal van te maken.
Als IT consultant richt ik mij op zowel kmo’s als grote ondernemingen. Ik analyseer de noden van de business om deze vervolgens te vertalen naar voornamelijk web applicaties.
Mijn specialiteit hierbij ligt vooral op de technologieën van Microsoft.
Dat is een bewuste keuze van mij geweest. Dé belangrijkste reden voor mezelf was de keuze voor een soort van vrijheid, die je als freelancer toch meer hebt dan als werknemer. Zo kan ik zelf kiezen welke projecten ik aanneem en welke niet. Dat kan ik doen in functie van loon, maar misschien belangrijker nog, ook in functie van uitdaging. Zo beheer ik mijn eigen agenda en heb ik een impact op mijn eigen loon. En dat loon kan je vertalen in euro’s, maar ook in andere voordelen. Ik kan dus mijn eigen cafetariaplan vorm geven.
De voordelen van hierboven kan je rechtstreeks vertalen naar een nadeel. Maar het grootste nadeel is ongetwijfeld dat je geen inkomen hebt als je niet werkt, bv. door ziekte of vakantie. Of erger nog, als je geen projecten in je agenda hebt. Dat is trouwens niet alleen voor freelancers zo, maar ook voor zelfstandigen in het algemeen.
Dat zijn er toch wel wat, maar laat mij even focussen op de basis. Je moet inzicht hebben in de sector waarin je werkt. Uiteindelijk ben jij de expert en moet je weten waarover je praat. Dat zal je onderscheiden van anderen. En ten tweede moet je ook inzicht krijgen in wat de klant nodig heeft. Je moet je klant als het ware kunnen lezen en doorgronden. Kan je dat niet, dan zal je afgeleverde werk niet overeenstemmen met hetgeen die voor ogen had. Dus de twee basiselementen zijn expertise en inzicht in de sector en daarbovenop de wensen van je opdrachtgever exact kunnen benoemen.
Ja, ik heb toch niet halsoverkop die beslissing genomen. Ik heb mij bevraagd bij vrienden die ook freelancer zijn. Zo had ik toch al een beeld van wat het zou worden en welke valkuilen er zijn. En daarnaast heb ik ook het starterstraject bij Ondernemingscoach gevolgd, waar er niet alleen is gefocust geweest op de formaliteiten, maar ook het financieel plan. Want dat plan moet er wel liggen en haalbaar zijn, anders riskeert het een moeilijk verhaal te worden.
Bedankt voor dit gesprek Glenn!
Influencers hoeven dan toch niet het adres van hun zaak of vennootschap, vaak hun privé-adres, te vermelden op hun profielen op sociale media. Nochtans is dat een verplichting voor bedrijven, maar voor deze specifieke groep verleent de overheid nu uitstel tot een werkbare oplossing gevonden is.
Maar belangrijker nog, ken jij als ondernemer de nieuwe verplichte vermeldingen op je website en sociale media kanalen? Want de Economische Inspectie is volop op oorlogspad. Enkele maanden geleden kreeg een kmo uit onze regio al een brief dat hun website én sociale mediakanalen niet voldeden aan de nieuwste richtlijnen. Ze kregen tijd om zich in regel te stellen, hetgeen gebeurde zonder gevolgen. Om maar te zeggen dat men niet alleen de multinationals viseert.
Sinds enkele maanden zijn er nieuwe Europese richtlijnen die bepalen welke vermeldingen verplicht zijn voor je website en/of webshop. Ze gelden ook voor vrije beroepen. We lijsten ze hieronder even op.
Altijd te vermelden gegevens
Een reeks van gegevens moeten voortaan verplicht en makkelijk terug te vinden zijn:
Indien van toepassing (bv. voor vennootschappen)
Afhankelijk van de sector waarin je actief bent, kunnen daar nog extra verplichtingen bijkomen zoals:
Wat als je niet in regel bent?
Een website, webshop of sociale media zijn vandaag een absolute must, want zonder ben je als onderneming eigenlijk onbestaande. Maar daarbij horen dus voortaan bovenstaande verplichtingen. Staan ze niet op je website, webshop of bedrijfspagina op sociale media, dan riskeer je een boete die kan oplopen tot 60.000 euro. Je kan als zaakvoerder zelfs hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld. Bij e-commerce geldt er ook een informatieplicht. Alle verplichte vermeldingen voor de online verkoop van producten en diensten vind je terug op de website www.hetinternetookuwzaak.be.
Opgelet: de link achter de URL wijst naar een specifieke pagina
Ons advies luidt …
De nieuwe spelregels hebben uiteindelijk één doel: transparantie. En voor jouw (toekomstige) klanten klinkt dat als muziek in de oren. Het vermelden van deze gegevens geeft niet alleen vertrouwen, ze stralen ook jouw professionele aanpak uit. Je hebt ten slotte niks te verbergen en stelt je open voor je klanten om contact met je op te nemen. Want zegt nu zelf, werk jij ook niet gewoon liever met ondernemers of webshops waarvan je weet wie er eigenlijk achter de virtuele etalage zit? Websites die minder goede bedoelingen hebben moeten door deze verplichtingen sneller door de mand vallen. En dat komt jouw zaak op termijn beter uit.
Geef je webmaster of agency daarom de opdracht om je in regel te stellen met alle verplichtingen. Verberg ze niet achter onvindbare linken of pagina’s, maar zet ze bijvoorbeeld onderaan in de footer van je website. Vergeet ook niet andere belangrijke informatie op je website te vermelden zoals je algemene voorwaarden, eventuele garanties of diensten na verkoop, verzendings- en betalingsinformatie, enz. Want hoe meer transparantie, hoe meer vertrouwen je krijgt en dat resulteert in … verkoop en groei.
Hulp nodig met je algemene voorwaarden, privacy policy of andere wettelijke verplichtingen? Onze Ondernemingscoach-juriste helpt je graag op weg.
Een heleboel producten en diensten stegen de voorbije maanden in prijs. Vooral consumenten zijn daar de dupe van, want voor hen kost een winkelkar meer en wordt het geld op de spaarrekening minder waard. Maar, mits wat reserve op de rekening, kan jij er ook geld aan verdienen. Hoe? Door geld te lenen en te investeren in vastgoed.
Bakstenen verliezen zelden waarde
Stel, je koopt een woning om er te wonen, te verhuren of als tweede verblijf. Je leent hiervoor 150.000 euro aan een huidige rentevoet van ongeveer 2 procent. Dan kost deze investering je elk jaar 3.000 euro. Maar je investering, vastgoed, is in datzelfde jaar méér waard geworden. Tijdens de eerste 3 maanden van 2022 is een huis 7,1 procent duurder geworden in vergelijking met het jaargemiddelde van vorig jaar. Dus ook je investering steeg in waarde. Reken maar eens uit hoeveel je winst maakt: de meerwaarde van je investering is groter dan je kost. In dit voorbeeld win je 5,1 procent of 7.650 euro. Winst dat je realiseert op geld dat je eigenlijk (nog) niet hebt. Hou er wél rekening mee dat banken vandaag verwachten dat je zelf 10 à 15 procent van de aankoopwaarde financiert: hoe hoger je eigen inbreng, hoe lager de rentevoet en dus hoe hoger je winst.
Met een theoretische rentevoet van 2 procent en een inflatie van 7,59 procent kost een lening je nog altijd -5,59 procent. Zelfs al stijgen de rentevoeten nog lichtjes, óók dan doe je nog een goede zaak. Met een inflatie van 2 procent zou een woonkrediet je niks kosten.
Geld dat gewoon op een spaarrekening staat, verliest momenteel aan waarde. De inflatie is veel hoger dan het rendement dat grootbanken je vandaag geven: 7,59 procent in vergelijking met 0,11 procent. Er wordt gespeculeerd dat de rente op spaarrekeningen zal stijgen richting het einde van het jaar, maar het verschil met de inflatie blijft hoog en een eventuele rentestijging zal sowieso beperkt zijn. Geld parkeren op een rekening kost je dus geld, beter om het te laten renderen.
Dat vastgoed zelden teleurstelt, lees je in onderstaande grafiek van het Belgische statistiekbureau. Hierin zie je de trimestriële evolutie van de residentiële vastgoedprijsindex en de inflatie.
Haast en spoed…
Moet je dan meteen beginnen speuren op Immoweb? Overhaast te werk gaan is zelden goed, daarom geven we volledigheidshalve nog enkele aandachtspunten mee. Wie er vanuit gaat dat vastgoed elk jaar 7 procent duurder wordt, heeft de voeling met de realiteit verloren. De huidige stijgingen zijn even uitzonderlijk als de huidige inflatie. Volgens de Nationale Bank zou Belgisch vastgoed zelfs te duur zijn. Wat niet wil zeggen dat bouwgronden, appartementen en woningen in de toekomst goedkoper zullen worden. Daarnaast kan een verdere stijging van de interest ook de stijging van de vastgoedprijs afremmen.
In politieke kringen gaat nog altijd het idee rond om vermogenden meer te belasten. Een hogere belasting op huurinkomsten lijkt een kwestie van tijd te zijn. En hou zeker ook rekening met een huurregelgeving die alsmaar strenger wordt met betrekking tot isolatie en ventilatie. Ten slotte mag je ook het emotionele aspect niet uit het oog verliezen. Wil je een eigen woning kopen, dan investeer je ook in je eigen geluk. Snel een huis kopen dat nooit je thuis wordt, is altijd een miskoop.
Wat met de langetermijnrente?
Niemand heeft een glazen bol, maar de kans dat de langetermijnrente op middellange termijn beperkt gaat stijgen is groter dan dat ze zou dalen. Overheden hebben, onder andere door de corona- en energiecrisis, zo’n grote schulden dat een forse rentestijging een te zware impact heeft op de begroting. Dat is minder goed nieuws voor je spaarrekening, maar biedt wél kansen voor wie wil investeren in vastgoed. Leningen zullen hierdoor nog een tijdje relatief goedkoop zijn. En door goedkoop te lenen verdien je méér aan de huidige hoge inflatie.
Het toenemend aantal nieuw samengestelde gezinnen maakt een vermogensplanning er niet eenvoudiger op. Des te meer indien er kinderen uit een vorige relatie of huwelijk zijn.
In het klassieke geval komt bij het overlijden van de ene partner (partner 1) de andere langstlevende partner (partner 2) in een vorm van onverdeeldheid met de kinderen van partner 1, te weten zijn of haar “stiefkinderen” terecht, wat niet altijd de gewenste gevolgen heeft. De langstlevende partner verkrijgt dan bijvoorbeeld het vruchtgebruik van de gezinswoning, terwijl de stiefkinderen reeds de blote eigendom verwerven. Zo blijven ze aan elkaar verbonden en dienen ze samen beslissingen te nemen over de goederen van de nalatenschap. Indien de relatie tussen stiefouder en stiefkinderen al niet optimaal was, zien we dat dit in de praktijk geregeld een verdere bron van discussie wordt. Ook indien er minderjarige kinderen bij betrokken zijn, brengt dit heel wat formaliteiten met zich mee. Het lijkt weinig aannemelijk dat de overledene dit zo gewenst heeft.
Zonder een doordachte planning beslist de wetgever wat er met jouw vermogen gebeurt na jouw overlijden. Een voorbereid man is er dus veel waard!
Bij de vraag tot successieplanning zien we dan ook dat in de meeste gevallen één van beide aspecten op de voorgrond treedt:
Uiteraard behoren tussenoplossingen ook steeds tot de mogelijkheden. Zo is het in het geval van de “Verhulstjes”, type voorbeeld van een harmonieuze samenleving, wel denkbaar dat ‘Gertje’ zowel ‘zijn Ellen’ als zijn eigen kinderen zal willen bevoordelen.
Alleszins betreft een vermogensplanning in nieuw samengestelde gezinnen maatwerk. Er zijn tal van technieken mogelijk, afhankelijk van jouw concrete gezinssituatie en afhankelijk van jouw wensen, om af te wijken van de bestaande wettelijke regeling, dewelke voor jou misschien niet de meest optimale is.
Weet dat er planningstechnieken bestaan om er voor te zorgen dat onverdeeldheden tussen jouw erfgenamen vermeden worden, of waarbij je – afhankelijk van jouw wensen – je kinderen maximaal kan beschermen of net andersom, je langstlevende partner.
Maak je zelf deel uit van een nieuw samengesteld gezin en heb je vragen hieromtrent? Neem dan gerust contact met ons op. Dan nemen we jouw situatie even onder de loep en optimaliseren we waar nodig.
Een punt van discussie dat schering en inslag is bij aannemingsopdrachten is het gegeven van ‘meerwerken’.
Meerwerken zijn extra, niet begrote werken, die tijdens de aannemingsopdracht worden uitgevoerd. Deze kunnen zich voordoen naar aanleiding van onvoorziene omstandigheden, of in geval er extra werken besteld worden tijdens de opdracht.
De discussie situeert zich meestal rond de punten of deze meerwerken überhaupt door de klant/opdrachtgever werden aangevraagd en of deze laatste al dan niet akkoord was met de voorziene prijs voor de meerwerken.
De praktijk leert dat overeenkomsten hieromtrent veelal mondeling geschieden. Op een werf is het nu eenmaal niet evident om alles schriftelijk te gaan vastleggen.
Echter is een schriftelijke basis als aannemer absoluut aan te bevelen om latere betwistingen en niet-betalingen te voorkomen. Je wil als aannemer niet voor het voldongen feit komen te staan dat je op mondelinge vraag van de klant/opdrachtgever te goeder trouw heel wat extra werken hebt uitgevoerd, die nadien niet betaald worden.
De rechter gaat deze geschillen steeds in concreto beoordelen, naar gelang de gegeven omstandigheden van de situatie, wat een grote rechtsonzekerheid tot gevolg heeft.
Elementen die hierbij in overweging worden genomen zijn:
Om aan deze onzekere toestand tegemoet te komen, kan je als aannemer eenvoudigweg werken met een meerwerkfiche telkenmale er bijkomende werken worden gevraagd en uitgevoerd. Dit hoeft niet veel van je tijd te vragen en geeft je een sterk bewijs in handen, zodat je als aannemer op je beide oren kan slapen.
Onze juriste bezorgt je graag het gepaste document zodat je juridisch volledig ingedekt bent.
Had je graag zo’n exemplaar verkregen, neem dan gerust contact met ons op.